Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Brunello di Montalcino 2019? Ja, graag...

Vergeet 2015, 2016, 2017 en 2018, koop 2019! Dat waren de woorden van Sabine Eichbauer van Podere Salicutti enkele jaren geleden. Heeft ze gelijk? Ja natuurlijk. Als oogstjaar behoort 2019 tot de allerbeste van de laatste decennia, maar dat wil niet zeggen dat alle Brunello’s uit 2019 ook tot de absolute top behoren. Wijnmakers zijn altijd geneigd om te zeggen dat wat er nu op de markt is fantastisch is, maar wat er nog in de kelder ligt nog beter is. Daarom worden de verwachtingen over 2021 en 2022 steevast naar boven bijgesteld door ze en blijft nuanceren door de onafhankelijk vakpers noodzakelijk.

Fred Nijhuis

Normaal
Ben ik dan negatief? Nee allesbehalve, want 2019 is een geweldig jaar en agronomen en oenologen waren blij eindelijk weer eens een normaal jaar te krijgen van moeder natuur, want m.u.v. 2010 en 2016 gaven de andere jaren de laatste 15 jaar wel heel erg veel ‘uitdagingen’. Werd men niet heel gelukkig van 2014, 2023 gaat de boeken in als het lastigste jaar dat velen zich kunnen herinneren.
Maar goed, de wijnen uit 2023 komen pas in 2028 op de markt en in de tussentijd  is er meer dan genoeg Brunello om de kelders van particuliere liefhebbers en restaurants te vullen. Hoewel een kleine oogst als in 2023 door niemand wordt gewenst, zorgt het wel voor een noodzakelijk doorstroming van ruime voorraden bij producenten, handelaren en in restaurants, zoals een vooraanstaande wijnmaker grif toegaf. Er is meer dan genoeg Brunello op de markt.

2019
Noem het koffiedikkijken of een ‘educated guess’, maar mijn gevoel zegt dat 2019 beter is dan 2010 (waarvan redelijk wat wijnen al vermoeidheidsverschijnselen beginnen te vertonen), evenwichtiger lijkt dan 2015, maar in veel gevallen minder goed is dan de wijnen uit 2016, het jaar dat zich over een breed front erg goed blijft presenteren. Het jaar kende een zeer natte lente, gevolgd door een hete en droge zomer, maar gelukkig zonder extreme hittepieken die de fotosynthese doen stoppen. Juli was zelf relatief koel met wat regen en ook in augustus viel er wat neerslag. September was mild, maar warm genoeg (met enkele buitjes) voor een evenwichtige ontwikkeling en rijping van de sangiovese. Vooral de tanninestructuur in veel wijnen is erg netjes; mooi rijp met voldoende ‘bite’, eigenlijk zoals het hoort. Punt is en blijft dat er veel onderlinge verschillen zijn, qua jaar, qua subregio en qua producenten. Een aantal producenten blijft aan de top en weet telkens voorbeeldige wijnen te maken; onder hen Biondi-Santi, Fuligni, Gianni Brunelli, Il Marroneto, Pietroso, Ragnaie en Salicutti. Wat zij presteren staat niet zelden ver af van de gemiddelde Brunello en ik moet nog steeds wijnen proeven die ik echt niet prettig vind door brett, andere afwijkende, boerse en groene of juist overrijpe tonen in combinatie met een algeheel gebrek aan vulling of balans, soms door een overdaad aan hout. Gelukkig is het aandeel van dergelijke wijnen tegenwoordig beperkt, een duidelijke verbetering t.o.v. een jaar of 20 geleden, toen een serieuze hoeveelheid wijnen een objectieve toets der kritiek niet kon doorstaan.

Ervaring
Mijn bevindingen zijn gebaseerd op de nodige ervaring in de regio; ik heb de allereerste editie van Benvenuto Brunello gemist én die van het oogstjaar 2007, maar voor de rest ben ik alle andere jaren aanwezig geweest om de ontwikkelingen in de streek te volgen en te proeven, meestal met zeer veel genoegen. Ik leerde er helden kennen als Gianfranco Soldera, Piero Palmucci, Franco Biondi-Santi, Diego Molinari (en Nora uiteraard), Pablo Härri, Giulio Salvioni, Stella di Campalto, Francesco Leanza, Gianni en Laura Brunelli en Mario Calzolari. Ik zag Gaja neerstrijken in de regio, Generous James S. meer punten uitdelen dan iedereen begreep of voor mogelijk had gehouden en steeds meer wijnschrijvers, bloggers en MW’s deelnemen aan Benvenuto Brunello. Ik zag ook dat steeds meer producenten niet meer meedoen aan Benvenuto Brunello, vaak omdat hun wijn er nog niet klaar voor is of ze erg weinig flessen maken, soms omdat ze ‘te belangrijk’ zijn geworden voor zo’n “gewoon” evenement. Waar mogelijk, bezocht ik enkelen van hen, of proefde ik hun wijnen elders. Helaas was ik deze editie niet in de gelegenheid wijnen van Le Chiuse, Costanti en Luce te proeven (Val di Cava proefde ik later op Vinitaly), want daar zijn altijd wel leuke dingen over te schrijven…

Punten en andere bla bla
In de loop van de jaren was ik laaiend enthousiast over bepaalde wijnen, maar ik ben nog nooit zo scheutig geweest met superlatieven als de nodige van mijn collega’s. Ik grapte met collega Carlo Macchi (Winesurf): “Alles weer gewoon een miljoen punten toch? Nee Fred, antwoordde hij: Dat is te weinig: minimaal 2 miljoen!”. Hoe groot de devaluatie van het 100-punten systeem bleek uit de opmerking van een MW: : Ik vond wijn XX niet geweldig en heb hem maar 92 punten gegeven.” Een dergelijke score staat voor mij gelijk aan volksverlakkerij, want bij “niet geweldig” hoort een score van 82 punten; positief, want zonder fouten etc. maar “niet geweldig”. Maar goed, ik schrijf dan ook niet om de producenten een plezier te doen, ben niet in dienst van het Consorzio, hoef geen redacties te voorzien van scores waarmee ze bladen en advertenties kunnen verkopen of ben evenmin afhankelijk van de organisatie van commerciële evenementen waarmee veel geld wordt verdiend. Zoals velen weten, ben ik opgeleid als criticus; op zoek naar “De waarheid achter het etiket”, de subtitel van Proefschrift, het enige kritische wijntijdschrift dat Nederland ooit rijk was en waar ik lang aan mocht meewerken. En nu we het toch over mis(ver)standen hebben. Hilarisch vond ik de uitspraak van Andrea Lonardi (MW en voormalig hoofdwijnmaker van de Bertani groep) tijdens een proeverij bij Val di Suga. In Montalcino vind je geen “minerality and salinity” dat hebben onze wijnen gewoon niet. Heel grappig, want wie de duizenden proefnotities van collega’s leest, zal er ongetwijfeld het woord ‘minerality’ vaak tegenkomen. Wie mij kent, weet dat ik dit verzonnen woord niet gebruik;  simpelweg vanwege het feit dat er nu eenmaal geen directe relatie is tussen mineralen en aroma’s in wijn.

Sangiovese
Nee, de Sangiovese is geen gemakkelijke druif; niet in de wijngaard en zeker niet in de kelder. Hij houdt van hout (cordon spur), houdt niet van teveel zon, niet van natte voeten en daarmee ook niet van klei. Hij is gevoelig voor oxidatie en reductie en rijpt het liefst in grotere eikenhouten vaten die hem rust en de juiste ontwikkeling geven. De druif geeft van nature een elegante kleur en technieken om hem meer kleur te geven, resulteren vaak in een ongewenst neveneffect: veel extractie geeft hem weliswaar meer kleur, maar ook hardere, drogere tanninestructuur. Klimaatveranderingen geven tegenwoordig een snelle rijping van de druiven, waarbij een goede fenolische rijping echter steeds meer onder druk komt te staan en overrijpe tonen, teveel alcohol en een gebrek aan fraîcheur en energie
dreigen. Bij de rijping in hout is zorgvuldige controle noodzakelijk, het omslagpunt van rijping naar oxidatie laat zich lastig voorspellen en vergt veel aandacht. Kortom, het valt om allerlei redenen niet mee om een mooie Brunello te maken en dat bewijzen diverse producenten. Gaat het echter goed, dan is een Brunello één van de mooiste wijnen ter wereld en deze koesteren we met veel respect en liefde.

Ontwikkelingen
Ook in Montalcino gebeurt er van alles en nog wat. Santiago Marone Cinzano van Col d’Orcia benadrukt dat er een trend “weg van hout” is, iets waar hij blij mee is, want naar zijn (en mijn) mening laat het de sangiovese transparanter en eerlijker zijn en zijn ware karakter en potentieel beter zien. In veel kelders hebben nieuwe barriques inmiddels plaats gemaakt voor gebruikte of grotere formaten vaten (tonneaux tot 30-40 hl), vaak van Frans eiken. In de wandelgangen werd gefluisterd dat een aantal Brunello’s uit recente jaren zelfs zijn afgeprijsd omdat zelfs de producent zélf de wijnen te houterig vindt en er nu meer evenwichtige wijnen op de markt brengt. Maar er zijn nog altijd genoeg wijnen waar hout een hoofdrol speelt. Niet perse slecht, maar eerder wijnmakers-wijnen dan terroir-wijnen en daarmee voor mij minder typisch Brunello. Ik had dat gevoel bij o.a. La Rasina, La Poderina, Verbena, Palazzo, Corte Pavone Loacker, San Polino en Fattoi.

Daarnaast worden er steeds meer ‘single-vineyard’ Brunello’s gemaakt. Enerzijds logisch, want sommige wijngaarden zijn nu eenmaal beter dan anderen en leveren dus de beste wijn en op die bovendien voor veel meer geld kunnen worden verkocht. Nadeel is dat het meestal beperkte hoeveelheden betreft, ze erg kostbaar zijn en de gemiddelde kwaliteit van de reguliere blend afneemt, zeker bij producenten met een minder groot wijngaardareaal. Het echte ‘waarom’ (m.u.v. de commerciële aspecten) is me niet altijd even duidelijk, zo goed zijn de meeste nou ook weer niet… Waar de vele cuvées van La Togata me verwarren, hebben de cru’s van Salicutti echter wel degelijk toegevoegde waarde; een duidelijk verschil tussen de wijnen en bovendien allemaal op een zeldzaam hoog kwaliteitsniveau. Persoonlijk zou ik bij veel producenten waarschijnlijk blijer worden van 1 goede blend dan van diverse onduidelijke single vineyards.

Luca Currado (voorheen Vietti) is nu adviseur bij Castiglion del Bosco en hij stimuleert de ontwikkeling van meer single-vineyard wijnen. Het levert wijnen op in de stijl van hun wijngaarden en niet van de wijnmaker, is zijn mening. Ik begrijp zijn visie, want het domein is gevestigd in het noordwesten van de appellatie, daar waar de nodige twijfels zijn over de kwaliteit van de terroir. Juist daar loont het om alleen de beste percelen te selecteren. Corrado lijkt zich overigens ook meer te richten op elegantie, een prettige breuk met de oude stijl. Ook bij Biondi-Santi heb ik de nieuwe impulsen als zeer positief ervaren. De negatieve effecten van de leiding van Jacopo Biondi-Santi waren gelukkig kortstondig en beperkt en liggen inmiddels achter ons. De wijnen zijn beter dan ooit, hoewel ik hele fijne herinneringen heb aan diverse jaargangen die Franco Biondi-Santi en zijn voorgangers maakten. Bij Gaja heeft men de focus verlegd van lager gelegen wijngaarden naar percelen op minstens 600 meter hoogte. Verschillende oudere wijngaarden die voorheen perfect fruit opleverden, zijn ingehaald door de klimaatverandering en het ontbreekt die druiven in toenemende mate aan zuren, spanning en balans, zo werd me verteld. Ook qua snoeien zien we nieuwe initiatieven, verschillende wijnhuizen experimenteren met Guyot i.p.v. de traditionele cordon spur. Guyot geeft weliswaar meer opbrengst, maar dat is goed/beter te managen, net als de hoeveelheid bladeren. Bij het herplanten en de aanplant van nieuwe wijngaarden zien we ook meer aandacht voor de wortelstok. Droogte heeft de noodzaak om te kiezen voor minder oppervlakkige wortelsystemen doen toenemen.  

Meningen:
Ik heb het al vaak gesteld: wijnproeven is geen exacte wetenschap. We zijn mensen en dus per definitie niet in staat om objectief te zijn. We hebben onze mening, maar deze wijkt niet zelden af van de mening van anderen. Zo proefde ik verschillende, leuke en beslist goede wijnen, maar zonder de typiciteit die ik graag in een Brunello herken, terwijl anderen er lyrisch over zijn. Dat gevoel had ik bij o.a. bij de wijnen van Giodo, Pian della Vigne en Donatella Cinelli Colombini, daar waar de grond rijker is aan klei, een bodem die Brunello’s eerder breder dan dieper maakt, niet mijn favoriete stijl. Ook van de meer technische stijl van o.a. Caprili, Ruffino, Brizio, Talenti en Cipresso spreekt mij minder aan. Waar de meeste van mijn collega’s en allerlei wijnmakers het wel mee eens zijn, was de verbazing over de verkiezing van de Brunello van Argiano als nummer 1 van the Wine Spectator “Top 100”. Maar goed, ze hebben er ongetwijfeld hun redenen voor, voor mij in ieder geval redenen die me nog meer afstand van dit medium laten nemen.

Conclusie
Na het proeven van een serieuze selectie wijnen kwam ik tot de volgende conclusie:

Mijn favoriete Brunello di Montalcino 2019:
Biond-Santi, Fuligni, Pietroso, Ragnaie (met name de VV), Poggio di Sotto en alle cru’s van Salicutti.

Wijnen die ik eveneens warm aanbeveel en heel graag drink:
Il Marroneto (niet alleen de Madonna delle Grazie) , Gianni Brunelli, La Cerbaiona, Salvioni/La Cerbaiola, Castello Romitorio, Agostina Pieri en Mastrojanni.

Wijnen die een mooie aanvulling zijn op elke wijnkaart of wijnkelder:
San Polo, Uccelliera, Canalicchio Di Sopra, Caparzo, Fattoria Dei Barbi, Santa Restituta, Gorelli Giuseppe, Ragnaie, Tenuta San Giorgio, Le Gode, Lisini, Col D’Orcia en Tenuta San Giorgio.

Andere wijnen die een goede indruk achterlieten:
Casanova Di Neri, Ciacci Piccolomini D’Aragona, Poggio Antico, Verbena, Cortonesi, Ridolfi, Sesti, Voliero, Máté, Pinino en Tornesi

Riserva 2018
Bij de geproefde Riserva’s uit 2018 was ik vooral onder de indruk van de Vigna Spuntali van Val Di Suga, de Vigna Nastagio van Col D’Orcia Vigna Nastagio, die van San Polo en zowel de San Giorgio als de Poggio Di Sotto van de Colle Massari-groep.

Opmerkelijk:
Tijdens verschillende workshops in 2022 (o.a. voor het Nederland Gilde van Sommeliers en de Verenigde Vinologen Nederland), bleken de wijnen van Poggio di Sotto afgetekend favoriet na een (anonieme) verkiezing onder de circa 100 (veelal) professionele proevers. Een mooie waardering van de nalatenschap van Piero Palmucci en het werk van het huidige team van Poggio di Sotto.

Mijn dank aan het Consorzio en het team van sommeliers voor hun perfecte service! 

 

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Spread the word